09.10.2018
Caspar Scholten schrijft een noot bij de beschikking van de Ondernemingskamer van 5 april jl. in de enquêteprocedure over het accountantskantoor ADW
De belangrijkste vraag in deze zaak was of de algemene vergadering van aandeelhouders van tevoren om toestemming moet worden gevraagd, als het bestuur van het accountantskantoor alle activa van de vennootschap wil verkopen. Het antwoord is ja. De bestuurders hadden ook nog een tegenstrijdig belang. Zij hadden derhalve een zo groot mogelijke openheid bij de verkoop van alle activa – waardoor een materiële liquidatie van de onderneming wordt bewerkstelligd – moeten betrachten. Het had volgens de Ondernemingskamer in de rede gelegen dat het bestuur een deskundige zou hebben ingeschakeld om op een transparante en zorgvuldige wijze de waarde van de activa te bepalen. Nu zij dit hebben nagelaten, gelast de Ondernemingskamer een onderzoek.
Wat nog opvalt aan deze beschikking, is dat de niet geïnformeerde aandeelhouder tot tweemaal toe was uitgenodigd voor een AvA om over de transactie te besluiten, nadat deze reeds was uitgevoerd. Hij kwam niet opdagen, omdat de herstructurering volgens hem een fait accompli was. Niet geheel onbegrijpelijk, maar wel risicovol, zo meent Caspar. Indien de betreffende aandeelhouder in de AvA een alternatief had voorgesteld, had het bestuur dit voorstel – mits voldoende uitgewerkt – serieus moeten nemen. De AvA is immers het primaire forum om dergelijke besluiten te vormen, te wijzigen en te nemen.
Voor meer informatie over enquêteprocedures neem contact op met Aad Stoop of Caspar Scholten
Gerechtshof Amsterdam (OK), 5 april 2018, JOR 2018-212 mnt Scholten