14.12.2016
Op 5 oktober 2016 vond in de Rechtbank Amsterdam de zitting plaats betreffende de strijd om de terugkeer van de archeologische vondsten, cultureel erfgoed, van de Krim. Kan de Oekraïense regering daarover beschikken en moeten ze daarom naar Kiev? Of moet het Allard Pierson Museum in Amsterdam ze teruggeven aan de musea op de Krim die deze stukken uitleenden.
Op 14 december 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam bij vonnis bepaald dat de schatten van de Krim terug moeten naar de Oekraïne, waarmee het door Bergh Stoop & Sanders (Maarten Sanders, Gert-Jan van den Bergh en Martha Visser) verdedigde standpunt namens de Staat Oekraïne werd bevestigd.
De uitspraak van de rechtbank stelt een duidelijke norm voor de internationale toepassing van het UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen. Dat is van groot belang, omdat 120 landen partij zijn bij dit verdrag. De rechtbank heeft verduidelijkt dat het beroep op repatriëring van nationaal cultureel erfgoed toekomt aan de soevereine staat wiens erfgoed het betreft. Als er onduidelijkheid bestaat over eigendom of beheerrechten van die cultuurgoederen (bijvoorbeeld over de vraag in welk museum deze moeten worden tentoongesteld) dan is dat een binnenlandse zaak die in het land zelf moet worden uitgevochten nadat de cultuurgoederen zijn teruggegeven aan de staat.
In het UNESCO-verdrag 1970 hebben staten zich onderling verbonden om illegale uitvoer van elkaars cultuurgoederen te voorkomen. Op grond daarvan wordt internationaal een stelsel van uitvoervergunningen gehanteerd. Hoewel in het geval van de Krim-schatten de uitvoer aanvankelijk met vergunning plaatsvond, heeft de rechtbank nu geoordeeld dat die uitvoer achteraf toch als “onrechtmatig” (voor de toepassing van het verdrag) moet worden gezien, zodat de Krim-schatten zich alsnog onrechtmatig op Nederlandse bodem bevinden. Ook dat is een unicum in deze uitspraak. Het is voor het eerst dat de Nederlandse rechter cultuurgoederen toewijst aan een Staat op basis van (de implementatie van) het UNESCO-verdrag 1970.
Zie ook:
Het Parool, NRC, De Volkskrant, Trouw, RTL Nieuws, Algemeen Dagblad, HP/ De Tijd
Voor meer informatie en/of vragen inzake cultureel erfgoed, UNESCO-verdragen en kunstrecht kunt u contact opnemen met Gert-Jan van den Bergh en Martha Visser
Op de Dag van de Persvrijheid heeft Villamedia een belangrijk artikel gepubliceerd van onderzoeksjournalist Stella Braam. In het artikel deelt Braam haar reactie op het klachtenrapport van 30 april jl., dat zij ontving van directeur-generaal van de AIVD, Erik Akerboom, naar aanleiding van haar klacht.
Het is alleen mogelijk een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als er in de arbeidsovereenkomst een (extra) motivering staat in dit verband. In die motivering moeten de zwaarwegende bedrijfsbelangen staan die de werkgever heeft om 'deze specifieke werknemer' aan 'dit specifieke concurrentiebeding' te binden. Een algemene, bedrijfsbrede motivering volstaat dus niet.
Vorige week oordeelde het Benelux Court of Justice dat de merkaanvraag voor VAN WONDEREN STROOPWAFELS te kwader trouw en dus nietig is. Eerder, in 2022 wees het Benelux Office for Intellectual Property (BOIP) de vordering tot nietigverklaring nog geheel af.