Ondernemingsrechtelijke en commerciële geschillen, Ondernemingsrecht, fusies en overnames, Insolventie en herstructurering, Commerciële contracten
Sinds 2022 als advocaat werkzaam binnen de civiele en ondernemingsrechtpraktijk. Max richt zich op governance-vraagstukken en (corporate) litigation. Mede door zijn achtergrond in de politiek en rechtsfilosofie heeft hij een bijzondere interesse in kwesties die zich afspelen op het snijvlak van ethiek en ondernemingsrecht.
Bedrijfsethiek (o.m. business & human rights, duurzaamheidsrapportage)
Bestuursadvies
Bestuurdersaansprakelijkheid
Enquêteprocedures
Fusies en overnames
Advocaat, Bergh Stoop & Sanders (2022 – heden)
Docent, Universiteit van Amsterdam (2021 – 2022)
Universiteit Leiden, M.A. Ondernemingsrecht (2021)
Vrije Universiteit Amsterdam, M.A. Philosophy of Law and Governance (2021)
Universiteit van Amsterdam, B.A. Rechtsgeleerdheid (2016)
Cornell Law School (2015)
Docent mensenrechten bij Amnesty International
Lid van de Vereniging Corporate Litigation
Ondernemingsrechtelijke en commerciële geschillen, Insolventie en herstructurering, Ondernemingsrecht, fusies en overnames
Het is alleen mogelijk een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als er in de arbeidsovereenkomst een (extra) motivering staat in dit verband. In die motivering moeten de zwaarwegende bedrijfsbelangen staan die de werkgever heeft om 'deze specifieke werknemer' aan 'dit specifieke concurrentiebeding' te binden. Een algemene, bedrijfsbrede motivering volstaat dus niet.
Vorige week oordeelde het Benelux Court of Justice dat de merkaanvraag voor VAN WONDEREN STROOPWAFELS te kwader trouw en dus nietig is. Eerder, in 2022 wees het Benelux Office for Intellectual Property (BOIP) de vordering tot nietigverklaring nog geheel af.